Groene pijlen, nog meer bedbugs en een hilarische safari

11 mei 2018 - Jogjakarta, Indonesië

Terwijl ik dit opschrijf schiet het landschap van Java aan ons voorbij, met prachtige rijstvelden en hoge bergen. We hebben nog een treinreis van een paar uur voor de boeg, dus ik heb eindelijk geen excuus meer om het schrijven van een blog uit te stellen. En het is ook de hoogste tijd, want sinds de laatste blog hebben jullie nog een stukje Cambodja, heel Maleisië en het eerste stuk Java tegoed. Dus ga er maar even goed voor zitten!

In Cambodja verbleven we de laatste dagen in Kampot, een gezellig stadje in het zuiden van het land. Een van de hoogtepunten was een boottocht over de rivier met zonsondergang. We hadden de hele boot voor onszelf (waarschijnlijk omdat geen toerist het in zijn hoofd haalt om in de heetste maand naar Cambodja te gaan) en terwijl de zon langzaam begon te zakken, voeren wij langs de bergachtige landschappen. Toen de zon eenmaal onder was, en we honderden foto’s hadden genomen, voeren we langzaam terug richting Kampot. Onder legden we aan (de boot werd vastgebonden met een paar bladeren) om vuurvliegjes te spotten in een boom langs het water. Binnen no time verschenen er tientallen knipperende lichtjes in de boom. Een kerstboom is er niks bij. Na de sprookjesachtige boom gingen we in het pikkedonker weer de rivier op. Maar al gauw werd de hemel verlicht door onweer. Naast onze boot sprongen de visjes een voor een uit het water, alsof ze dansten. Het was perfect. Behalve de tientallen muggenbulten die we opliepen.

Via Phnom Penh, waar we nog een kookcursus deden en heerlijke Cambodjaanse Amok leerden maken, vlogen we naar Kuala Lumpur. Wat. Een. Stad. Natuurlijk waren we al in grote steden geweest, zoals Hanoi, Ho Chi Minh en Phnom Penh, maar dit was de eerste westerse stad. En dat was heerlijk. Er staan op iedere straathoek prullenbakken (EINDELIJK) en het is er schoon. Er is van alles te doen, dus we gaan gelijk los. We bezoeken verschillende musea, het zeeaquarium en vooral heel veel winkelcentra. Want de malls in Kuala Lumpur zijn niet te missen. In eentje zitten 1000 winkels en een pretpark. Dus we kopen een kaartje en gaan twee keer achter elkaar in een achtbaan in een winkelcentrum. Kan dat ook weer van de bucketlist af!

Chagrijnig

Arjen begint zijn tripje in Kuala Lumpur enthousiast, maar al gauw slaat zijn stemming om. Hij beweert dat het geen leuke stad is. Enigszins voorzichtig vraag ik of het misschien te maken heeft met het feit dat hij omringd wordt door winkels en zelf niets mag kopen. Schoorvoetend moet hij toegeven dat dat misschien wel het probleem is en dat het toch wel een leuke stad is.

In Kuala Lumpur hebben we ook onze kennismaking met de Islam. En dat was meteen een hilarische kennismaking. Want zowel Arjen als ik kon niet bedenken waarvoor de groene pijl op ons plafond van onze hotelkamer was. De nooduitgang kon niet, want het wees naar de hoek van onze kamer. Misschien dat er daar een waterleiding liep onder het plafond? Verschillende opties passeerden de revue, maar pas in het museum over de Islam kwamen we erachter dat de pijl naar Mekka wijst. Oeps.

Ook onze eerste kennismaking met spicy eten vond hier plaats. In Vietnam en Cambodja eten ze niet overdreven pittig, dus als ze daar vroegen of het spicy mocht zijn kon je vol overtuiging ja antwoorden. Terwijl we genoten van live muziek op een soort foodtruckfestival, ging Arjen bij een van de trucks iets te eten halen. Hij had medium spicy gezegd tegen de vriendelijke man in de truck. Maar terwijl we samen de rijst met kip wegwerken, begonnen onze neuzen te lopen en liepen al snel de tranen over onze wangen. Blijkbaar had ik zonder dat ik het wist een lading sambal er doorheen geroerd die in een hoekje van het bakje lag. Na drie liter water en veel gepuf, gingen we met brandende lippen naar ons hotel.

Na de drukte van de stad was het weer even tijd voor een paar dagen strand. We gingen naar het kleine eilandje Pangkor, waar je met de scooter binnen twee uur het eiland rond kon rijden. Het was een heel schattig en relaxt eilandje, waar roze taxibusjes je voor heel weinig geld het eiland rondreden. Helaas pikte ik tijdens een helse jungletocht richting een verlaten strandje een verstekeling op: een bloedzuiger. Om Arjens bewoordingen te gebruiken: wat een grafbeesten! Ik had hem niet zien zitten omdat hij onder het bandje van mijn slipper was gaan zitten en toen hij zich eenmaal had volgevreten, liet hij een bloederig tafereel op mijn voet achter. Bah.

Vespa

Daarna op naar het volgende eiland: Penang. Maar niet voor de stranden, maar voor de leuke hoofdstad Georgetown. De stad heeft mooie oud gebouwen, heel veel streetart en heel veel musea. Na een paar dagen cultuur besloten we een scooter te huren en toch richting de stranden te rijden. Aan het eind van de dag reed ik terug met Arjen achterop (op de Vespa!). Arjen had het warm en dus zijn shirt uitgelaten, maar dat bleek niet helemaal de bedoeling. Vlak voor Georgetown werden we aangehouden. En terwijl ik mijn rijbewijs moest laten zien, werd Arjen gesommeerd zijn shirt weer aan te trekken, want rijden zonder shirt was in de stad verboden. Gelukkig mochten we al snel (met shirt) weer verder rijden van de lachende agenten.

Via de Cameron Highlands, de theeregio van Maleisië, reisden we naar Taman Negara, het oudste regenwoud van de wereld. In het woud leven olifanten, tijgers, neushoorns en nog heel veel andere dieren, maar we hadden van tevoren al gelezen dat de kans dat je een dier zou zien vrij klein is. We liepen eerst tegen een klein obstakel aan, want we hadden via booking.com geboekt voor 2 april 2019 in plaats van 2 mei 2018 (hoe we dat hebben kunnen doen zijn we nog steeds niet achter...). Helaas was er in het guesthouse geen plek meer, dus moesten we het bij de buren proberen. Gelukkig hadden die nog een plekje voor ons. Jammer genoeg ontdekten we daar bedbugs in ons bed (noooooo), maar omdat we meteen allemaal voorzorgsmaatregelen namen, hebben we ze (hopelijk) niet meegenomen.

Overdag zijn we zelf een rondje door de jungle gaan lopen. Warm dat het was! Ik heb nog nooit in mijn leven zo veel zweet geproduceerd. Gelukkig kwamen we een mousedeer tegen (super schattig diertje), maar verder zagen we niet veel. Behalve bloedzuigers, die nu Arjen te pakken hadden genomen. Maar we waren ervan overtuigd dat we de dieren ‘s avonds wel zouden gaan zien tijdens de nachtsafari. Viel dat even tegen.

Tapir

We werden ‘s avonds opgehaald door een enorme jeep, waar allemaal jongeren op het dak zaten. Wij mochten samen met vier andere Nederlanders plaatsnemen in de bak. Terwijl de auto richting de jungle reed (dachten wij) kletsten we erop los met de Nederlanders. Totdat een van de Franse jongeren enigszins geïrriteerd aan ons vroeg of we alsjeblieft stil wilden zijn, want we joegen zo de dieren weg. We hielden ons snel stil, maar begrepen er niets van, want we reden nog over de snelweg. Wat bleek: onze nachtsafari vond plaats op de snelweg. Terwijl wij ons stilhielden, bediende een jongen voorop de jeep een enorm zoeklicht, dat ons op de dieren zou moeten wijzen. Het hoogtepunt: toen de chauffeur opgewonden riep ‘tapir!’ en het een gedumpt bankstel bleek te zijn... Het enige dier wat we hebben gezien was een wild zwijntje, die ongeveer voor de deur van onze guesthouse zat toen we terugkwamen. 

De laatste paar dagen in Maleisië brachten we door in Melaka, misschien wel het leukste plaatsje van onze rondreis. ‘S avonds was er een enorm leuke markt met allemaal lekker eten en leuke souvenirs. Melaka is ooit bezet geweest door de Nederlanders en dat was nog goed terug te zien in de stad. Je hebt het Stadthuys, Heerenhotel en Jonkerstreet. We hebben hier een paar leuke laatste dagen in Maleisië gehad.

Maar de Nederlandse invloeden bleven ons achtervolgen, want onze volgende bestemming was Jakarta, voormalig Batavia. We verbleven hier maar 1 nachtje omdat we gehoord hadden dat het niet echt een leuke stad is, maar we hebben ons die ene avond goed vermaakt op Dutch Square. We aten bij café Batavia, het een na oudste gebouw van Jakarta. Het was er prachtig en we hebben er heerlijk Indonesisch gegeten (ik ga hier echt dichtgroeien, vijf weken mijn lievelingseten!). 

Via Bandung zijn we nu per trein onderweg naar Jogjakarta, ook wel de ziel van Java genoemd. Inmiddels vliegt de tijd voorbij, het aftellen is al bijna begonnen. We zijn langzaamaan aan het kijken naar tickets voor de terugreis. Maar we genieten nog steeds van ieder moment! To be continued...

1 Reactie

  1. John Driedonks:
    12 mei 2018
    hahaha wat een verhalen met name Maleisië; kende eigenlijk alleen de Night Market in Kuala Lumpur. Jullie opmerkingen over het binnenland maken mij nieuwsgierig; de moeite waard. Geniet maar lekker van die Indonesisch Javaans eten; rond de "Malioboro" in Djokja barst het van de sportscholen :) geniet ze en abrazo